Dat kan uiteraard. Het opzeggen van het NHG E-learnings abonnement doet u schriftelijk. Doe dit uiterlijk 2 maanden voor het einde van uw jaarabonnement. Een abonnement loopt voor de periode van 1 jaar. Meer informatie leest u in de aanvullende voorwaarden (pdf). U kunt uw abonnement opzeggen door een mail te sturen naar: ledenservice@nhg.org.
Algemeen, Lidmaatschap, Opzeggen of wijzigen
Opzegging van het NHG-lidmaatschap dient schriftelijk te gebeuren vóór 1 december van het volgende verenigingsjaar. Een verenigingsjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december. U kunt uw lidmaatschap opzeggen door een mail te sturen naar ledenservice@nhg.org.
Via info@nhg.org kunt u aangeven als geen prijs meer stelt op de toezending van het tijdschrift H&W. Als lid kunt u H&W online blijven inzien. Uw contributiebijdrage blijft ongewijzigd.
Wilt u uw lidmaatschap wijzigen? Neem dan schriftelijk contact op met Ledenservice via Ledenservice@nhg.org.
Bij praktijkbeëindiging in verband met eventueel pensioen of overlijden kunt u schriftelijk contact opnemen met ledenservice@nhg.org. Heeft u liever telefonisch contact, bel dan met ons via 088-5065500.
Algemeen, Lidmaatschap, Algemeen
Een adreswijziging kunt u makkelijk doorgeven via het adreswijzigingsformulier op deze website.
Nadat de wijziging in de verschillende systemen (ledenadministratie, H&W-administratie, etc) is doorgevoerd ontvangt u per e-mail een bevestiging.
Nee, indien u iets bij ons heeft gekocht zonder als lid ingelogd te zijn, wordt de ledenkorting niet achteraf vergoed. In het bestelproces heeft u hier expliciet afstand van gedaan door het aanvinken van het vakje 'Ik plaats deze bestelling als gast en ontvang geen ledenkorting.'
Van de contributiebijdragen van leden ontwikkelt het NHG de NHG-Standaarden, maar ook afgeleide producten zoals de PraktijkWijzers en de verschillende e-learnings voor poh. Deze zijn (gratis) toegankelijk voor ondersteuners van het lid als onderdeel van zijn lidmaatschap.
Een partner-lidmaatschap is beschikbaar voor geregistreerde huisartsen die levenspartner zijn (gemeenschappelijk huishouden) van een geregistreerde en praktiserend huisarts-lid. Slechts een van beide partners kan kiezen voor het partner-lidmaatschap. Een abonnement op H&W maakt geen deel uit van het partner-lidmaatschap.
Het partner-lidmaatschap is van toepassing voor de partner in de laagste contributiecategorie. Hij/zij ontvangt een korting van 25% op de contributie.
Ook als beginnend huisarts is een lidmaatschap van het NHG onmisbaar. Je komt in aanmerking voor het starterstarief als je binnen 1 jaar na afstuderen lid wordt van het NHG.
Van de SBOH ontvangen wij een melden zodra u bent afgestudeerd. Daarna ontvangt u van ons een startersaanbod. Uiteraard kunt u zelf al uw lidmaatschap omzetten. Lees alles over het starterstarief.
Nee, het lidmaatschap is persoonsgebonden en kan niet aan een groep verbonden zijn.
Een partner-lidmaatschap is beschikbaar voor geregistreerde huisartsen die levenspartner zijn (gemeenschappelijk huishouden) van een geregistreerde en praktiserend huisarts-lid. Slechts een van beide partners kan kiezen voor het partner-lidmaatschap. Een abonnement op H&W maakt geen deel uit van het partner-lidmaatschap.
Partner-lidmaatschap is niet beschikbaar voor praktijkpartners.
Als huisarts met een BIG-registratienummer kunt zich aanmelden voor een regulier lidmaatschap. Bent u in opleiding tot huisarts, maar heeft u geen contract van de SBOH, dan kunt u een tegen een speciaal tarief lid worden. U kunt een inschrijfformulier opvragen via ledenservice@nhg.org.
Algemeen, Lidmaatschap, Contributie
Als u ons doorgeeft dat u met pensioen gaat, herberekenen wij de contributie. Voor de maanden dat u met pensioen bent, geldt een lager contributietarief. Het NHG crediteert het te veel betaalde bedrag.
Voor zelfstandige huisartsen
Het brutojaarinkomen is het totale bedrag dat u in een jaar declareert voor alle door of namens u verrichte medische werkzaamheden.
Subsidies en toeslagen, inclusief de vergoeding voor praktijkondersteuners, behoren ook tot het brutojaarinkomen.
De volgende kosten kunt u in mindering brengen:
- de brutoloonkosten van een praktijkondersteuner
- het brutosalaris van een huisarts in dienstverband
- de vergoedingen gedeclareerd door een waarnemend huisarts
Overige kosten die u maakt, verlagen uw brutojaarinkomen niet.
Voor artsen in een dienstverband
Voor artsen in dienstverband geldt het brutojaarinkomen minus beroepskosten. Het gaat dus niet om belastbaar inkomen.
Beroepskosten zijn kosten die een werknemer maakt om zijn loon te kunnen verwerven, bijvoorbeeld:
- opleidingskosten
- kantoor- en administratiekosten
- contributie van een beroepsorganisatie
Het NHG hanteert voor het contributiejaar uw geschatte inkomen over dat betreffende jaar. Dit bepaalt in welke categorie u valt.
Mocht achteraf blijken dat het een andere categorie had moeten zijn dan kunt u dat aan ons doorgeven. Dat kunt u doen tot 31 december het jaar erop. Dan crediteren wij het te veel betaalde bedrag.
U betaalt naar rato. Indien u bijvoorbeeld halverwege het lidmaatschapsjaar uw opleiding heeft afgerond, betaalt u alleen nog de resterende maanden van dat verenigingsjaar.
Uw NHG-Lidmaatschap start per eerste dag van de eerst volgende maand. U betaalt naar rato, alleen nog de resterende maanden van dat jaar.
Ook als beginnend huisarts is een lidmaatschap van het NHG onmisbaar. Je komt in aanmerking voor het starterstarief als je binnen 1 jaar na afstuderen lid wordt van het NHG.
Het starterstarief bedraagt € 299,- voor een volledig kalenderjaar. De contributie voor het jaar waarin je lid wordt, wordt naar rato berekend. Het daaropvolgende volledige kalenderjaar betaal je € 299,-.
Stel je wordt lid in mei 2022, dan geldt het starterstarief tot eind 2023. Lees alles over het starterstarief.
Uw brutojaarinkomen bepaalt in welke lidmaatschapscategorie u valt.
Onder uw inkomen vallen alle inkomsten die horen bij de uitoefening van het huisartsenvak.
Ook inkomsten uit een al dan niet tijdelijke uitkering vallen onder inkomsten, maar alleen als de uitkering hoort bij de huisartsenaanstelling.
Voorbeelden:
- arbeidsongeschiktheidsuitkering
- zwangerschapsuitkering
- ziektewetuitkering
Als u buiten Nederland werkt als huisarts kunt u lid blijven van het NHG. U kunt – als u dat wenst – H&W kosteloos naar uw nieuwe adres laten sturen. Ook kunt u uw lidmaatschap (tijdelijk) omzetten naar een niet-praktiserend / rustend huisarts lidmaatschap.
U ontvangt uw contributiefactuur digitaal. Betaalt u per automatische incasso? Dan leest u wanneer wij het bedrag van uw rekening afschrijven. Wilt u het bedrag zelf aan ons overmaken? Maak dan gebruik van de betaallink in de bijbehorende e-mail.
Dan maakt u een schatting van wat u denkt te gaan verdienen. Mocht achteraf (tot 1 jaar later) blijken dat het een andere categorie had moeten zijn dan kunt u dat aan ons doorgeven en zullen wij de nota corrigeren.
Algemeen, Medewerking / ondersteuning
Het Nederlands Huisartsen Genootschap is een onafhankelijke wetenschappelijke vereniging van en voor huisartsen. Om belangenverstrengeling te voorkomen hanteert het Nederlands Huisartsen Genootschap het beleid geen medewerking te verlenen aan congressen die vanuit de farmaceutische industrie worden georganiseerd. Voor congressen die plansponsoring ontvangen van de farmaceutische industrie is het een voorwaarde dat het congres door meer dan één farmaceut wordt ondersteund, en dat dit duidelijke zichtbaar is in de communicatie-uitingen (met bv het plaatsen van logo’s).
Het Nederlands Huisartsen Genootschap is een onafhankelijke wetenschappelijke vereniging van en voor huisartsen. Om onafhankelijk te blijven en belangenverstrengeling te voorkomen verlenen wij geen medewerking aan producten en/of diensten van derden (met commerciële doeleinden) waar wij zelf niet aan hebben meegewerkt.
Wij baseren ons bij onze aanbevelingen op wetenschappelijk onderzoek. Indien uw methode op een goede manier wetenschappelijk onderbouwd is en indien daarover gepubliceerd is, dan zal uw methode in een herziening van de richtlijn worden meegenomen. Wij voeren geen gesprekken met afzonderlijke partijen over (behandel)methoden of producten.
Het Nederlands Huisartsen Genootschap ontvangt vele verzoeken van organisaties en particulieren voor een financiële ondersteuning van hun activiteiten. In principe voldoen wij niet aan deze verzoeken. Het NHG is namelijk een vereniging dat haar taken uitvoert met de contributies van haar leden, de huisartsen. Besteding van deze gelden zetten wij daarom zoveel mogelijk in om onze missie te bewerkstellingen: de bevordering van een wetenschappelijk gefundeerde, kwalitatief hoogstaande, uitoefening van de geneeskunde door huisartsen. Dat doen wij door het maken en aanbieden van onder andere richtlijnen en scholing. Verzoeken om sponsoring zullen we daarom niet honoreren.
Het Nederlands Huisartsen Genootschap is een onafhankelijke vereniging die een wetenschappelijk verantwoorde en kwalitatief hoogstaande beroepsuitoefening door de huisarts bevordert en ondersteunt. Wij zijn er in eerste instantie voor de huisarts, de praktijkondersteuner en de rest van het team.
Het NHG krijgt vele verzoeken van studenten om mee te werken aan (afstudeer)onderzoeken, en scripties. Ondanks dat deze onderzoeken en verslagen interessant kunnen zijn voor de huisartsgeneeskunde ontbreekt ons de mogelijkheden om op deze vragen in te gaan. Dit geldt ook voor studenten journalistiek. Uitzonderingen maken wij voor studenten in opleiding tot huisarts.
Het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) is de wetenschappelijke vereniging van huisartsen en heeft als doel een wetenschappelijk verantwoorde beroepsuitoefening door de huisarts te bevorderen. Dit doet het NHG door vertaling van wetenschap naar de huisartsenpraktijk, bijvoorbeeld via onze NHG-standaarden, waarbij wij wetenschap onafhankelijk en transparant beoordelen. Om deze onafhankelijkheid te bewaken werken we niet mee aan onderzoek dat mogelijk in later stadium door ons beoordeeld moet worden ten behoeve van onze producten.
Mocht u op zoek zijn naar medewerking van huisartspraktijken aan wetenschappelijk onderzoek, dan adviseren wij u contact te leggen met de afdeling huisartsgeneeskunde in uw regio.
Het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) is een vereniging die een wetenschappelijk verantwoorde, kwalitatief hoogstaande, beroepsuitoefening door de huisarts bevordert en ondersteunt.
Het NHG ontvangt zeer regelmatig allerlei verzoeken van externen om zeer uiteenlopende vormen van informatie op onze website te plaatsen. Het gaat hierbij om brieven, enquêtes, producten en scholing die interessant kunnen zijn voor de huisarts.
Ons beleid is dat wij de NHG-communicatiekanalen hiervoor niet beschikbaar stellen, tenzij het NHG een duidelijke relatie heeft met het onderwerp en betrokken is (geweest) bij de totstandkoming van de informatie, bijvoorbeeld bij een partnership, inhoudelijk programma, project of product.
Voor promotionele acties (advertenties, inserts) kunt u mailen naar de uitgeverij media.marketing@bsl.nl. Deze acties behoeven de goedkeuring van de redactiecommissie.
H&W is alleen geïnteresseerd in persberichten naar aanleiding van afgerond wetenschappelijk onderzoek voor zover relevant voor de huisartsgeneeskunde. Daarnaast worden boeken gericht op de huisarts besproken. Boeken gericht op het algemene publiek over een gezondheidsprobleem worden in principe niet besproken. Huisarts & Wetenschap heeft een onafhankelijke redactie die oordeelt op basis van relevantie voor de huisartsgeneeskunde en kwaliteit. U kunt een persbericht sturen naar het maandblad Huisarts en Wetenschap (H&W) van het NHG. Persberichten kunnen gestuurd worden naar redactie@nhg.org.
Algemeen, Copyright
Het copyright op NHG-producten berust bij het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG). Niets uit NHG-uitgaven mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het NHG. Deze toestemming kunt u vragen via info@nhg.org.
Algemeen, Klachten / conflicten
Het NHG waakt ervoor dat onze producten goed worden toegepast in het juridisch discours. Uitspraken, voor zover ons bekend, die gebaseerd zijn op onze richtlijnen, toetsen wij. Dit heeft niet alleen betrekking op het niet volgen van een richtlijn, maar ook op het ten onrechte niet afwijken van een richtlijn. Wij reflecteren niet op de uitspraak van de tuchtrechter, alleen op de toepassing of interpretatie van de richtlijn. Ondersteuning van de veroordeelde huisartsen behoort niet tot onze taken.
Als u na een gesprek met de huisarts zelf er niet uitkomt leest u op Thuisarts.nl wat u kunt doen.
Algemeen, Overige
Het NHG kan geen persoonlijke gezondheidsvragen beantwoorden. U kunt het beste contact opnemen met uw huisarts. Uw huisarts kent uw medische geschiedenis en kan uw vraag goed beantwoorden.
NHGDoc wilt kennistechnologie naar een hoger niveau tillen. En hiermee op een eenvoudige en gebruiksvriendelijke manier wetenschappelijke kennis naar de praktijk brengen. Met als doel: tijd besparen en het verbeteren van de kwaliteit van de zorg. Met de ontvangen abonnementsgelden wordt het verder ontwikkelen en onderhouden van NHGDoc bekostigd.
Voor de exploitatie en doorontwikkeling van NHGDoc is aan de HIS-leveranciers en hun gebruikersverenigingen zowel een collectief als een niet-collectief abonnement beschikbaar gesteld. Bij collectief afnemen van NHGDoc ontvangt de gebruiker 33,33% korting op de reguliere prijs en betaalt dan €330,- (excl. BTW) per normpraktijk per jaar. Bij niet-collectieve afname draagt dit €495,- (excl. BTW) per normpraktijk per jaar.
Promedico-ASP en MicroHIS hebben gekozen voor een collectieve afname. Vanaf 1 januari 2019 nemen ook CGM Huisarts en Zorgdossier NHGDoc collectief af.
Wat is NHGDoc?
NHGDoc is een beslissingsondersteunend systeem, gebaseerd op de Standaarden en richtlijnen van het Nederlands Huisartsen Genootschap. Het helpt de zorgverlener de juiste informatie op het juiste moment bij de juiste patiënt bij de hand te hebben. NHGDoc herinnert de zorgverlener aan ontbrekende gegevens in het Huisarts Informatie Systeem (HIS) en aan aandachtspunten voor nader onderzoek en behandeling. Het HIS maakt hiermee een stap van registratie-instrument, naar bewaker van medicatie, contra-indicaties en allergieën, tot ondersteuner in het klinisch proces. Een advies van NHGDoc geeft de mogelijkheid het medisch dossier, het medicatiebeleid of het medisch inhoudelijk beleid aan te passen. Lees hier meer over NHGDoc.
De LHV kan u helpen met de praktijkvoering van uw (nieuwe) praktijk. Zie hiervoor lhv.nl/praktijkstart
De NHG Praktijkaccreditering (NPA bv) kan u helpen bij de kwaliteitsbevordering van de praktijkvoering.
Het NHG beschikt enkel over de gegevens van de leden (niet iedere huisarts is lid van het NHG). In verband met bescherming van persoonsgegevens (AVG) geeft het NHG geen namen, adressen of andere gegevens van de leden af. Voor adressen van huisartsen kunt u de Geneeskundige Adresgids (inlog nodig) raadplegen. U kunt ook het NIVEL (Nederlands Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) raadplegen.
Onderzoekers verwijzen wij naar de universitaire vakgroepen huisartsgeneeskunde die hun onderzoeksnetwerk van huisartsen kunnen benaderen.
Algemeen, NHG-Standpunten
De visie van de beroepsgroep is op basis van de Toekomstvisie Huisartsenzorg uitgewerkt in diverse inhoudelijk onderbouwde Standpunten over onderdelen van de huisartsenzorg. Deze Standpunten worden gemaakt in samenwerking met de LHV.
Het Nederlands Huisartsen Genootschap is een vereniging die een wetenschappelijk verantwoorde beroepsuitoefening door de huisarts bevordert en ondersteunt. Wij zijn niet gericht op ethische en juridische kwesties. Ook vragen over wilsverklaringen en dergelijke nemen wij niet in behandeling. Wij verwijzen u hiervoor naar de KNMG (www.knmg.nl) en de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (www.nvve.nl). Op Thuisarts.nl zijn teksten voor patiënten te vinden over (nadenken) over het levenseinde.
Het uitvoeren van kleine chirurgische verrichtingen in de huisartsenpraktijk heeft de steun van het NHG. Het biedt de patiënt de mogelijkheid een kleine chirurgische ingreep in de eigen, vertrouwde huisartsenpraktijk en dichtbij huis te ondergaan. Het biedt huisartsen de mogelijkheid hun vak te verbreden naar niet alledaagse huisartsenzorg hetgeen het plezier en de uitdaging in het werk bevordert. Tot slot werkt het op macro-niveau kostenbesparend (substitutie van 2e naar 1e lijn).
Het is van belang dat de huisarts affiniteit heeft met het uitvoeren van deze verrichtingen. Een huisarts is volgens de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (BIG) bevoegd om heelkundige handelingen uit te voeren. Maar deze bevoegdheid geldt alleen als de arts eveneens bekwaam is.
De bekwaamheid zal iedere huisarts voor zichzelf moeten bepalen, dat is onderdeel van het professioneel handelen. De meeste ingrepen in de huisartsenzorg hebben een relatief een technisch eenvoudig karakter waarvoor het verwerven van de nodige bekwaamheid niet veel problemen zal opleveren. Voor ooglidcorrectie en vasectomie is een gedegen opleiding onder leiding van een medisch specialist (bijvoorbeeld uroloog) of een ervaren huisarts-collega noodzakelijk.
De huisarts moet zich dus bekwamen en daarvoor is het nodig dat het volumeaantal met name in de beginperiode voldoende moet zijn. Dat betekent dat de eerste 5 à 10 behandelingen onder supervisie worden uitgevoerd. De huisarts behoort complicaties te registreren.
Het NHG heeft in 2009 het Handboek verrichtingen in de huisartsenpraktijk uitgegeven. In dit boek wordt aan de hand van stapsgewijze instructie, verhelderende foto’s en tekeningen een groot aantal verrichtingen toegankelijk gemaakt.
De missie van het NHG is het bevorderen en ondersteunen van wetenschappelijk en maatschappelijk verantwoorde beroepsuitoefening door de huisarts. De NHG-Standaarden zijn de neerslag van actuele geneeskundige kennis in praktische aanbevelingen. In de loop der tijd treden veranderingen op door nieuwe ontwikkelingen en inzichten, ook op het gebied van geneesmiddelen. Veel geneesmiddelen komen en gaan. Soms komen ze later weer terug op de markt op basis van nieuwe trials of reviews van trials. Het komt voor dat na aanvankelijke terughoudendheid geneesmiddelen later de voorkeur gaan krijgen, op basis van nieuw vergelijkend onderzoek. Dat onderzoek wordt vaak pas enige tijd na de introductie van een nieuw middel uitgevoerd, op basis van gegevens over de lange termijn veiligheid.
Kennisontwikkeling is een geleidelijk proces dat zich in kleine stapjes voltrekt, waarbij er altijd sprake is van een marge aan onzekerheid. Om deze marge zo klein mogelijk te houden is de keuze van het NHG vooral een veilige keuze, waarmee we het belang van de huisarts én de patiënt optimaal willen dienen. De meerwaarde van nieuwe geneesmiddelen moet dus eerst worden aangetoond, voordat ze worden aanbevolen in de NHG-Standaard.
De NHG-Standaarden zijn de basis voor het medisch handelen voor huisartsen. De richtlijnen bieden de meest actuele kennis en stand van zaken van de medische wetenschap. Ze hebben voor de huisartsen geen dwingend karakter. Richtlijnen helpen de huisarts bij de besluitvorming.
Richtlijnen hoeven niet worden gevolgd- het zijn immers geen wetten of voorschriften- maar moeten met het professionele verstand van de huisarts worden gebruikt. Ieder mens is uniek en dus is elke patiënt uniek. In individuele gevallen kan -en moet - er afgeweken worden. Dat is bijvoorbeeld het geval bij patiënten met multimorbiditeit of verminderde levensverwachting.
Ook patiënten kunnen niet eisen dat een richtlijn van a tot z wordt gevolgd. Bij de toepassing van richtlijnen wordt er vanuit gegaan dat de arts in staat is om op een professionele wijze te communiceren en aan de patiënt begrijpelijke informatie kan geven ter onderbouwing van zijn beleid, ook wanneer deze afwijkt van de wens van de patiënt. Richtlijnen helpen de arts om de patiënt goed voor te lichten over het beleid.
Algemeen, Pers
Het uitvoeren van kleine chirurgische verrichtingen in de huisartsenpraktijk heeft de steun van het NHG. Het biedt de patiënt de mogelijkheid een dergelijke ingreep in de eigen, vertrouwde huisartsenpraktijk en dichtbij huis te ondergaan. Daarnaast biedt het huisartsen de mogelijkheid de uitoefening van hun vak te verbreden. Dit kan kosten besparen en bevordert voor de huisarts het plezier en de uitdaging in het werk.
Een huisarts is volgens de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (BIG) bevoegd om heelkundige handelingen uit te voeren. Maar deze bevoegdheid geldt alleen als de arts eveneens bekwaam is. De bekwaamheid zal iedere huisarts voor zichzelf moeten bepalen, dat is onderdeel van het professioneel handelen. De meeste ingrepen in de huisartsenzorg hebben een relatief eenvoudig technisch karakter waarvoor het verwerven van de nodige bekwaamheid niet veel problemen zal opleveren. Voor ooglidcorrectie en vasectomie is een gedegen opleiding onder leiding van een medisch specialist (bijvoorbeeld uroloog) of een ervaren huisarts-collega noodzakelijk.
Het NHG staat voor een wetenschappelijk gefundeerde uitoefening van de (huisarts)geneeskunde. Dit is bij niet-reguliere behandelwijzen en homeopathie (vaak) niet het geval. Als er wel onderzoek is gedaan, geeft behandeling geen klinisch relevant verschil ten opzichte van een placebo-behandeling. De NHG-Standaarden worden ontwikkeld op basis van de principes van evidence-based medicine. Dat houdt in dat op een systematische wijze gezocht wordt naar ‘het beste bewijs’ voor de aanpak van een bepaalde aandoening of klacht. Een neerslag hiervan is te vinden in de daarvan afgeleide producten, zoals onderwijsmateriaal en voorlichtingsteksten op Thuisarts.nl.
Nee, een dergelijk overzicht wordt bijgehouden door het LAREB. Zowel patiënten als (huis)artsen kunnen hier bijwerkingen melden.
Deze gegevens zijn bekend bij de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Nee, het NHG verricht zelf geen onderzoek, afgezien van literatuuronderzoek voor het opstellen van de NHG-Standaarden.
Het NHG houdt niet bij wat er in de spreekkamers van huisartsen gebeurt. Ook doen wij hier geen onderzoek naar. Voor gegevens over welke gezondheidsproblemen er spelen binnen de huisartsenpraktijken in Nederland kunt u terecht bij de NIVEL Zorgregistraties.
Nee, wij zijn een wetenschappelijke vereniging, geen controlerende instantie. Wel ontwikkelt het NHG diverse materialen om de toepassing van de NHG-Standaarden in de praktijk te bevorderen, zoals patiëntvoorlichting, scholingsmateriaal en instrumenten voor onderlinge toetsing.
De NHG-Standaarden maken deel uit van de zogenoemde professionele standaard. Dit betekent dat de huisarts op de hoogte moet zijn van de bestaande standaarden en in principe hiernaar moet handelen. In individuele gevallen kan echter afgeweken worden van de aanbevelingen in de standaarden. Dit staat beschreven in de disclaimer bij de NHG-Standaarden. Zie https://www.nhg.org/disclaimer-nhg-standaarden. Lees hier meer.
Het NHG werkt niet mee aan speciale bijlagen bij kranten of bladen die worden bekostigd door één bedrijf of door de bijbehorende advertenties in dezelfde bijlage. We stellen het op prijs als acquisitie voor dergelijke bijlagen achterwege blijft, ook als een redactionele bijdrage gewenst is.
Wij begrijpen dat iedereen zijn vak moet leren, maar door gebrek aan tijd en capaciteit bij zowel de persvoorlichters als onze inhoudelijk deskundige collega’s, kiezen wij ervoor geen studenten journalistiek te woord staan. Wij verwijzen graag naar onze website en Thuisarts.nl waar veel informatie te vinden is.
Coronavirus
Alle informatie en veelgestelde vragen over het coronavirus zijn ondergebracht in het dossier Coronavirus.
Richtlijn Infectiepreventie
Al het gevaarlijke afval (zoals hierboven beschreven) moet worden ingezameld door een erkende particuliere inzamelaar die staat op de zogenaamde VIHB-lijst.
Bewaar gevaarlijk afval op een afgesloten plaats.
Ook ander afval met infectierisico moet apart worden verpakt. Dit is afval met meer dan een minimale hoeveelheid niet opgedroogd of niet volledig geabsorbeerd bloed of excreta. En verder kweekmateriaal en materiaal dat cytostatica bevat, inclusief cytostatica die aanwezig kunnen zijn in uitscheidingsproducten van patiënten die recent een kuur hebben gehad.
Te denken valt verder aan onderzoeks- of kweekmateriaal dat wordt weggegooid: bloedbuisjes, dipslide, potje met ontlasting, enzovoort. Dit materiaal kan verpakt worden in speciale containers (UN 3291), in het ziekenhuis ook wel SZA-vat/container genoemd. Dit is vaak een blauwe container met een geel deksel.
Al het scherpe afval – zoals naalden (ook veilige naalden), scalpelmesjes en gebroken ampullen – moet in naaldencontainers. Zorg ervoor dat naaldencontainers overal beschikbaar zijn, ook in de artsentassen.
Gebruik een handdesinfectans dat is toegelaten door CTGB of CGB (op basis van ethanol en/of isopropylalcohol [2-propanolol]).
Alleen als bloed of andere lichaamsvloeistoffen zijn gemorst.
Vaginale specula kunnen besmet raken met HPV wat niet of nauwelijks op andere manieren is te elimineren. Verpakking is alleen noodzakelijk voor specula die worden gebruikt om een IUD in te brengen, maar verpak ze bij voorkeur altijd om verwarring te voorkomen. Zie ook https://www.henw.org/artikelen/specula-steriel-verpakken.
Speciaal instrumentreinigingsmiddel met CE-markering.
Grove voorreiniging onder kraan met bijvoorbeeld een gaasje om bloed/weefsel/zouten te verwijderen die het materiaal kunnen aantasten. Daarna machinaal in medische afwasmachine (thermodesinfector) of handmatig; in laten weken in instrumentenbak met instrumentreinigingsmiddel. Na de voorgeschreven inwerktijd zo nodig na borstelen en grondig afspoelen met schoon water.
Nauwkeurig de gebruiksvoorschriften volgen betreffende:
- De juiste gebruiksconcentratie;
- De juiste watertemperatuur waarmee de oplossing moet worden aangemaakt;
- Hoe vaak de oplossing moet worden ververst.
Bij handmatige reiniging handschoenen (EN-norm 374), veiligheidsbril met zijbescherming (EN 166) en halterschort dragen.
Roestvorming ontstaat vooral door inbranden van vuil of zouten bij thermisch desinfecteren of steriliseren van instrumenten die niet volledig schoon zijn. Een goede voorreiniging is daarom belangrijk bij het voorkomen van roestvorming. Spoel en/of veeg bloed en grove verontreinigingen direct na gebruik af onder een stromende kraan. Gebruik een goed eiwitoplossend instrumentreinigingsmiddel om het instrumentarium te reinigen (zie het document Overzicht Reinigingsmiddelen en desinfectantia). Controleer na het reinigen zorgvuldig of de instrumenten echt schoon zijn, vooral kwetsbare punten als scharnieren. Zorg dat de instrumenten schoon en droog in de sterilisatieverpakking gaan.
Thermische desinfectie heeft de voorkeur. Bij instrumenten waarbij dat niet kan: Wrijf het instrument na reiniging in met alcohol of een ander geschikt desinfectans. Het instrument moet gedurende de aangegeven inwerktijd nat blijven. Volg altijd het reinigings- en desinfectievoorschrift van de fabrikant van het instrument/apparaat en controleer bij gebruik alcohol of het materiaal daartegen bestand is. Zie verder de informatie in de bijlage Overzicht einigingsmiddelen en desinfectantia.
Thermisch desinfecteren heeft de voorkeur, in medische afwasmachine (=thermodesinfector; desinfectie is onderdeel van het proces) of door uitkoken. Anders chemisch, met alcohol of met een desinfectans dat door de fabrikant van het instrument/apparaat wordt aangegeven.
De houdbaarheid van enkelvoudig verpakte gesteriliseerde materialen is beperkt. Zonder aanvullende maatregelen is de steriliteit van deze materialen slechts een maand gegarandeerd. We geven enkele tips om te voorkomen dat de houdbaarheidsdatum van het instrumentarium verstreken is op het moment dat u het nodig heeft:
- Maak scherp onderscheid tussen ingrepen waarbij steriliteit gewenst of vereist is en ingrepen waarbij schoon werken voldoende is. Alleen in het eerste geval is het belangrijk dat de houdbaarheidsdatum nog niet verlopen is. Bij een vaginaal speculum dat u gebruikt voor een uitstrijkje is het bijvoorbeeld geen probleem als de houdbaarheidsdatum van een verpakt speculum verlopen is. Bij het inbrengen van een spiraal is steriliteit wel vereist.
- Als u bepaald instrumentarium weinig gebruikt kunt u disposable instrumentarium overwegen in plaats van herbruikbaar instrumentarium.
- Berg verpakt steriel instrumentarium op in een afgesloten bak die u alleen voor gesteriliseerd instrumentarium gebruikt. Dit verlengt de houdbaarheid tot een half jaar.
- Overweeg om bij geplande ingrepen het instrumentarium korte tijd voor de ingreep te steriliseren. U bewaart het instrumentarium gereinigd en verpakt, maar u doet de sterilisatie pas kort van tevoren, bijvoorbeeld een dag tot een week voor de ingreep.
- Gesteriliseerd instrumentarium dat verpakt in laminaatzakjes wordt bewaard, is in onbeschadigde en droge verpakking één maand houdbaar.
- Door in laminaatzakjes verpakt instrumentarium te bewaren in een gesloten bak die uitsluitend voor steriele medische hulpmiddelen wordt gebruikt, kan de houdbaarheid worden verhoogd tot zes maanden.
(De eerder gehanteerde bewaartermijn van een jaar was gebaseerd op bewaartermijnen die gelden in ziekenhuizen. Daar vindt opslag echter plaats onder nauw geconditioneerde omstandigheden in speciale magazijnen, een situatie die niet vergelijkbaar is met die in de huisartsenpraktijk. Termijnen zijn gebaseerd op NEN-norm R5301).
Pneumokokkenvaccinatie bij 60-plussers
Ja, de HIS’en worden aangepast, zodat ze de huisarts ondersteunen in het pneumokokkenvaccinatieprogramma. Het NHG-Programma Informatisering Huisartsenzorg ontwikkelt daartoe een ICT-richtlijn Pneumokokkenvaccinatieprogramma voor de HIS-leveranciers.
Binnen het programma Preventie ontwikkelt het NHG diverse materialen ter ondersteuning voor huisartsen, zoals een praktijkhandleiding en een e-learning. Ook zal selectie van de doelgroep via de HIS'en worden ondersteund. Daarnaast zal er informatie voor patiënten te vinden zijn op Thuisarts.nl.
Mensen kunnen twijfelen over deelname aan het vaccinatieprogramma als zodanig en over de zin daarvan, bijvoorbeeld bij een korte levensverwachting. Zij kunnen dit met de huisarts bespreken. Ook kunnen mensen zich tot de huisarts wenden met het verzoek voor vaccinatie buiten het programma, bijvoorbeeld omdat zij pas over een aantal jaar in aanmerking komen. De verschillende opties kunnen besproken worden, zoals wachten tot ze aan de beurt zijn of zich eerder op eigen kosten laten vaccineren. Het is van belang de patiënt te informeren dat verdere vaccinatie binnen het programma dan wellicht niet meer mogelijk is, doordat het moment van hervaccinatie niet meer samenvalt met hun eigen cohort. Bij te vroegtijdige hervaccinatie is er namelijk kans op hyporesponsiviteit en op meer bijwerkingen na vaccinatie.
In de publieksinformatie zal rekening worden gehouden met deze vragen. Voor de start van het programma zal ook voor de huisarts informatie beschikbaar komen om deze vragen te kunnen beantwoorden.
De gezondheidsraad heeft wegens de COVID-19 uitbraak geadviseerd om het programma dit jaar anders uit te voeren dan het oorspronkelijke design. Dit jaar worden alle 73- t/m 79- jarige opgeroepen voor vaccinatie. Welke gevolgen dat heeft voor het programma in komende jaren is nog niet duidelijk. Hierover zal de gezondheidsraad eind 2020 advies geven.
Het originele design was:
Bij de start van het programma in 2020 worden, naast alle mensen die in dat jaar 60 worden, ook mensen uit de oudere leeftijdscohorten (65,70 en 75 jaar) uitgenodigd, zodat deze kunnen instromen in het programma (zie [tabel 1]).
Na vijf jaar is iedereen uit de doelgroep van 60-75 jarigen één keer uitgenodigd, maar door de gefaseerde invoer zijn er mensen die pas na een aantal jaar een eerste uitnodiging ontvangen (maximaal na vier jaar). Bij patiënten die een medische indicatie hebben, zal per patiënt bekeken moeten worden of deze binnen het programma valt. Dit is afhankelijk van eerdere vaccinatie met dit vaccin en het moment van deze vaccinatie binnen het programma. Patiënten met een medische indicatie ontvangen voorafgaand aan het PPV23 eenmalig ook nog een ander vaccin tegen pneumokokken.
De organisatie van het pneumokokkenvaccinatieprogramma voor volwassenen kent veel overeenkomsten met het griepvaccinatieprogramma. Beide programma's kunnen gelijktijdig plaatsvinden in de huisartsenpraktijk.
Er worden vrijwel uitsluitend milde bijwerkingen gemeld, zoals lokale roodheid, zwelling en pijn of griepachtige verschijnselen. Eventuele bijwerkingen houden niet meer dan enkele dagen aan. Er is een zeer kleine kans op een anafylactische reactie bij allergie voor (hulpstoffen in) het vaccin.
De effectiviteit van vaccinatie met PPV23 bij 60-plussers is conservatief geschat, omdat de effectiviteit afneemt met de tijd na vaccinatie. Over een periode van vijf jaar na vaccinatie geeft het een gemiddelde vermindering van 37% kans op een invasieve pneumokokkenziekte en 7,5 % op een pneumokokkenpneumonie veroorzaakt door de serotypen waartegen het PPV23-vaccin bescherming biedt. De meeste gezondheidswinst wordt bereikt als mensen tussen de 60 en 75 jaar iedere vijf jaar worden gevaccineerd. Vaker vaccineren wordt niet aangeraden, omdat niet valt uit te sluiten dat het vaccin minder effectief kan zijn (hyporesponsiviteit) en omdat de kans op bijwerkingen groter wordt. Er is geen groepsbescherming te verwachten.
Binnen het pneumokokkenvaccinatieprogramma wordt pneumovax 23 (PPV23) gebruikt. Na vaccinatie met PPV23 wordt geen immunologisch geheugen opgebouwd en de beschermingsduur is beperkt tot 5 jaar. Geïndiceerden worden 5-jaarlijks opgeroepen voor vaccinatie. Het PPV23 biedt bescherming tegen 23 serotypen, die samen verantwoordelijk zijn voor 85-90% van de invasieve pneumokokkenziekten bij 60-plussers.
Sinds 2006 is pneumokokkenvaccinatie opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma voor kinderen. Daarnaast ontvangen patiënten die tot een medische risicogroep behoren een vaccinatie op indicatie. Dit zijn bijvoorbeeld patiënten zonder functionele milt en patiënten met liquorlekkage.
Omdat onbekend is hoeveel van de pneumonieën in de eerste lijn wordt veroorzaakt door pneumokokken, ontbreken exacte cijfers. Naar schatting worden jaarlijks 2600 tot 5600 mensen van 65 jaar en ouder opgenomen in het ziekenhuis met een pneumokokkenpneumonie.
Jaarlijks zijn er circa 1800 60-plussers met een invasieve pneumokokkenziekte, zij worden vrijwel altijd opgenomen in het ziekenhuis en het beloop is vaak ernstiger dan bij een niet-invasieve pneumokokkenziekte. Van de 60-plussers die zijn opgenomen in het ziekenhuis met een pneumokokkenziekte, overlijdt circa 15% in het ziekenhuis. Het risico op overlijden in de jaren na het doormaken van een pneumokokkenziekte is naar schatting ook met 15% verhoogd.
Pneumokokken zijn gekapselde bacteriën, die bij veel mensen voorkomen als commensalen van de bovenste luchtwegen. Er worden meer dan 90 verschillende serotypen onderscheiden. Vooral kinderen, mensen ouder dan 60 jaar en mensen met een minder goed werkend immuunsysteem zijn vatbaar voor ziekte door pneumokokken.
Pneumokokken zijn veroorzakers van zowel niet-invasieve ziektebeelden zoals otitis media acuta, sinusitis en (niet-invasieve) pneumokokkenpneumonie als van invasieve ziektebeelden zoals meningitis, sepsis en een invasieve pneumokokkenpneumonie. Bij ouderen is een niet-invasieve pneumonie het meest voorkomende ziektebeeld.
Kinkhoestvaccinatie zwangere vrouwen
Zwangere vrouwen kunnen vóór de start van het programma om een kinkhoestvaccinatie vragen. De huisarts kan deze geven, waarbij de kosten voor vaccinatie voor eigen rekening zijn. De beschikbaarheid van het DKT(P)-vaccin (buiten het programma) zal beperkt zijn, omdat vaccins zijn ingekocht voor het te starten vaccinatieprogramma.
Het kinkhoestvaccin geeft veelal milde bijwerkingen zoals slaperigheid, hoofdpijn of een lokale reactie. Ernstige allergische reacties komen zelden voor.
In diverse onderzoeken is gekeken naar de veiligheid van kinkhoestvaccinatie in de zwangerschap. Hieruit werd geconcludeerd dat dit vaccin niet schadelijk is voor de foetus of zwangere vrouw. Wel zagen onderzoekers in één onderzoek een licht verhoogd risico op chorio-amnionitis (het absolute risico op chorio-amnionitis was 0,5% hoger onder gevaccineerde zwangere vrouwen), maar dit leidde niet tot vroeggeboorte.
Er is in de afgelopen jaren in diverse landen ervaring op gedaan met het vaccineren van zwangere vrouwen tegen kinkhoest met combinatievaccins. Onder andere in de Verenigde Staten (sinds 2011), het Verenigd Koninkrijk (sinds 2012, initieel Repevax®, sinds 2014 Boostrix-IPV®), Argentinië (sinds 2012), België (sinds 2013, Boostrix®), Ierland (sinds 2013), Israël (sinds 2015), delen van Australië (sinds 2015) en Spanje (sinds 2015).
De enige absolute contra-indicatie is een allergie voor een van de bestanddelen van het vaccin. Verder wordt geadviseerd om bij koorts (T > 38,0 oC) de vaccinatie uit te stellen. Bij vrouwen met een verhoogde bloedingsneiging (door gebruik antistolling, hemofilie of ziekte van Willebrand) dient de vaccinatie niet intramusculair, maar subcutaan te worden toegediend.
Binnen het programma is dat het vaccin Boostrix, een acellulair combinatievaccin van difterie-, tetanus- en kinkhoestvaccin (DKT). Er is in Nederland geen los kinkhoestvaccin beschikbaar. Het vaccin is een boostervaccinatie, oftewel een ‘herhalingsprik’. De dosering van dit vaccin is lager dan het vaccin dat gebruikt wordt voor kinderen die nog nooit gevaccineerd zijn (de DKTP-Hib-HepB).
Met de invoering van de maternale kinkhoestvaccinatie verandert het vaccinatieschema voor baby’s. Als de moeder tijdens de zwangerschap gevaccineerd is, komt de huidige kinkhoestvaccinatie op de leeftijd van 2 maanden te vervallen. Baby’s van gevaccineerde moeders krijgen een DKTP-Hib-HepB-vaccinatie bij 3, 5 en 11 maanden.
De Gezondheidsraad concludeert dat het veilig is om één vaccinatie minder te geven in het eerste levensjaar. Theoretisch zou aanpassing van het schema meer ziektegevallen door Haemophilus influenzae type b (Hib) kunnen veroorzaken, maar dit zag men niet terug in internationale gegevens over de effectiviteit van verschillende vaccinatieschema’s. Wel lopen kinderen van wie de moeder HepB-positief is, mogelijk meer risico op een HepB-besmetting. Er zijn dan ook een aantal situaties benoemd waarbij de baby toch volgens het oude vaccinatieschema wordt gevaccineerd en dan dus een DKTP-Hib-HepB-vaccinatie krijgt bij 2, 3, 5 en 11 maanden. Dit is het geval als de moeder:
- niet is gevaccineerd tijdens de zwangerschap;
- te kort (< 2 weken) voor de bevalling is gevaccineerd;
- hepatitis B-draagster is;
- een ziekte heeft of medicatie gebruikt die immunosuppressief werkt.
Ook zal het oude vacccinatieschema van 2, 3, 5 en 11 maanden worden aangehouden als de baby te vroeg geboren is, een wisseltransfusie heeft gehad of als er hiervoor een indicatie is gesteld door een kinderarts.
Tussen de 14 en 22 weken zwangerschap maakt de verloskundig zorgverlener de zwangere vrouw attent op deze vaccinatie. Zij krijgt een informatiefolder en een uitnodigingsbrief, waarna de zwangere vrouw zelf een afspraak maakt bij jeugdgezondheidszorg. In de opstartperiode in december 2019 krijgen vrouwen die 32 weken of langer zwanger zijn voorrang bij het maken van de afspraak
De vaccinatie kan worden gegeven vanaf de 22e week in de zwangerschap tot aan de bevalling. Het heeft de voorkeur om dit zo snel mogelijk te doen na de 22e week, zodat ook te vroeg geboren kinderen kunnen profiteren van de overdracht van antistoffen. De hoeveelheid antistoffen die een gezonde zwangere vrouw aanmaakt, is namelijk na minimaal twee weken voldoende, maar wordt beter naarmate er meer tijd is voor overdracht van antistoffen. Bij meerlingzwangerschappen is eveneens één vaccinatie voldoende.
Omdat de hoeveelheid antistoffen tegen kinkhoest in het lichaam in de loop van de tijd vrij snel weer afneemt, wordt geadviseerd om bij elke zwangerschap opnieuw te vaccineren tegen kinkhoest. Indien een zwangere vrouw na de 13e week in de zwangerschap een kinkhoestvaccinatie heeft gehad of kinkhoest heeft doorgemaakt, dan hoeft de vaccinatie later in de zwangerschap niet te worden herhaald.
Gemiddeld worden er per jaar in Nederland 170 kinderen in het ziekenhuis opgenomen vanwege kinkhoest. De incidentie van kinkhoest is het hoogst bij kinderen van 0 tot 5 maanden oud. Complicaties als pneumonie, voedingsproblemen en neurologische problemen doen zich het meest voor bij zuigelingen. In het merendeel van deze groep leidt kinkhoest tot een ziekenhuisopname. Per jaar overlijdt er gemiddeld één baby aan de gevolgen van kinkhoest (één in 2014, één in 2015, drie in 2016 en nul in 2017). Door zwangere vrouwen te vaccineren kunnen jonge, ongevaccineerde kinderen beschermd worden tegen kinkhoest. De maternale antistoffen worden placentair doorgegeven aan het kind. Deze antistoffen beschermen de eerste levensmaanden tegen kinkhoest tot aan de eerste vaccinatie via het rijksvaccinatieprogramma.
Door zwangere vrouwen te vaccineren kunnen jonge, ongevaccineerde kinderen beschermd worden tegen kinkhoest. De maternale antistoffen worden placentair doorgegeven aan het kind. Deze antistoffen beschermen de eerste levensmaanden tegen kinkhoest tot aan de eerste vaccinatie via het rijksvaccinatieprogramma.
Bekijk de video Kinkhoestprik tijdens de zwangerschap op Thuisarts.nl.
Meningokokken
Op de websites van het RIVM en rijksvaccinatieprogramma is extra informatie beschikbaar:
- Informatie voor professionals over het meningokokken ACWY vaccin
- Informatie over meningokokkenziekte en de ziekteverschijnselen
- Informatie over MenACWY vaccinatie bij kinderen
- Informatie over de vaccinatiecampagne van tieners
- Informatie voor ouders en kinderen over de meningokokken ACWY vaccinatie
- Informatie voor ouders en kinderen over de meningokokken B vaccinatie
Peuters van 14 maanden
In Nederland werden sinds 2002 de kinderen van 14 maanden oud via het Rijksvaccinatieprogramma gevaccineerd tegen meningokokken type C (MenC). Vanwege de stijgende ziektelast door meningokokken type W wordt sinds 1 mei 2018 aan deze peuters van 14 maanden oud een MenACWY-vaccin aangeboden.
Tieners
Daarnaast is in het najaar van 2018 een MenACWY-vaccinatie aangeboden aan tieners die 14 jaar worden tussen 1 mei en 31 december 2018. In 2019 zal deze vaccinatie wederom worden aangeboden aan 14-jarigen (alle tieners geboren in 2005), maar ook aan 15-, 16-, 17-, en 18-jarigen. Het gaat om jongeren die zijn geboren tussen 1 januari 2001 en 1 mei 2004. Meer informatie voor professionals over MenACWY-vaccinatie is te vinden bij het RIVM.
Vaccinatie buiten het RVP
Vaccinatie van kinderen of volwassenen buiten de hierboven genoemde groepen wordt door het RIVM niet actief aangeraden, maar het wordt ook niet afgeraden. Vaccinatie is dus mogelijk, maar is voor eigen rekening. Personen die deze wens hebben, kunnen dat op eigen initiatief laten doen bij bijvoorbeeld de huisarts, een reizigerspoli van de GGD of een vaccinatiecentrum.
Reizigers
Voor bepaalde reizen wordt meningokokkenvaccinatie geadviseerd. Voor een reis naar Mekka is meningokokkenvaccinatie verplicht voor het visum.
De kans voor het individu op invasieve meningokokkenziekte in Nederland is heel klein.
Sinds oktober 2015 is er een stijging van het aantal patiënten met meningokokkenziekte type W. In 2015, 2016 en 2017 werden er respectievelijk 9, 50 en 80 patiënten met meningokokkenziekte type W gemeld. In 2018 zijn 103 patiënten gemeld, waarvan er 22 zijn overleden.
Het aantal patiënten met meningokokkenziekte type B is de laatste jaren stabiel en ligt op ongeveer 80 patiënten per jaar (bron: RIVM).
Iedereen kan invasieve meningokokkenziekte krijgen, maar de ziekte komt het meest voor bij jonge kinderen (onder de 5 jaar), adolescenten (tussen de 14 en 20 jaar) en ouderen (de incidentie neemt al toe vanaf 50 jaar).
Er is geen wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de betrouwbaarheid van een CRP test om invasieve meningokokkenziekte aan te tonen of uit te sluiten in de huisartsenpraktijk en deze test is hiervoor dus niet gevalideerd.
De meeste beginsymptomen van invasieve meningokokkenziekte zijn aspecifiek van aard. Hierdoor is vroege herkenning moeilijk. Het meest voorkomende beginsymptoom van invasieve meningokokkenziekte is koorts. Verder worden diverse andere beginsymptomen gezien bij ziekte door meningokokken type W zoals braken, hoofdpijn, misselijkheid, diarree, keelpijn, hoesten, kortademigheid, gewrichtspijn, nekstijfheid, petechiën, buikpijn, pijn bij ademhalen.
Bij de beoordeling en het vervolgen van kinderen met koorts is het van belang om alarmsymptomen, zoals beschreven in de NHG-Standaard Kinderen met koorts, na te gaan en de patiënt te instrueren om bij verslechtering/alarmsymptomen opnieuw contact op te nemen.
Meningokokkose, of meningokokkenziekte is een verzamelnaam voor ziekten die worden veroorzaakt door de bacterie Neisseria meningitidis, meestal aangeduid als meningokok. Er zijn verschillende typen meningokokken waarvan in Nederland voornamelijk B, C, W en Y voorkomen. De bacterie bevindt zich gewoonlijk in de neusholte van gezonde mensen (dragers) zonder ziekteverschijnselen te veroorzaken. Als deze bacterie in de bloedbaan of in het zenuwstelsel komt, kan het ernstige ziektebeelden geven zoals bloedvergiftiging (sepsis) of hersenvliesontsteking (meningitis). Dit noemen we invasieve meningokokkenziekte.
Bron: RIVM
Persoonlijke Gezondheidscheck
De Persoonlijke Gezondheidscheck is een laagdrempelige test waarmee deelnemers een geïntegreerd gezondheidsaccount aanmaken. Hier vullen zij een online vragenlijst in en ontvangen zij een gezondheidsrapport gebaseerd op risicoprofiel, motivatie en persoonskenmerken. Aan de bijpassende adviezen zijn verwijzingen naar websites, organisaties of hulpverleners gekoppeld die kunnen helpen bij het aannemen van een gezondere leefstijl.
De test is medisch-wetenschappelijk onderbouwd en bevat de meest actuele kennis en richtlijnen op het gebied van preventie en vroegdetectie. Het PreventieConsult, de COPD risicotest en het PreventieKompas zijn hierin geïntegreerd. Verwijzingen naar de huisarts voor aanvullend onderzoek zijn gebaseerd op eerstelijnsrichtlijnen op het gebied van cardiovasculair risico, COPD en leefstijl.
Het instrument is ontwikkeld om de groei van het aantal chronisch zieken af te remmen en gezondheidsverschillen tussen groepen mensen te verkleinen door bewustwording en stimulans om op eigen kracht een gezondere leefstijl te kiezen. Hiermee heeft het instrument een aandeel in het Nationaal Programma Preventie (www.allesisgezondheid.nl).
Andere Gezondheidschecks richten zich op slechts één risico of aandoening. De Persoonlijke Gezondheidscheck daarentegen focust op beïnvloedbare risicofactoren en een geïntegreerde benadering en is daarmee het medisch-wetenschappelijke, breed gedragen antwoord op andere gezondheidschecks. Ook uniek is dat de Persoonlijke Gezondheidscheck een vervolgtraject biedt met verwijzing naar evidence-based interventies en effectieve behandelingen.
Uit de antwoorden op de online vragenlijsten blijkt of er sprake is van een verhoogd risico op hart- en vaatziekten, diabetes mellitus type 2, chronische nierschade of COPD. Indien nodig of wenselijk kan het risico op hart- en vaatziekten worden verfijnd met laboratoriumonderzoek (lipidenprofiel en bloedsuiker) en biometrie (bloeddruk en buikomvang). De Persoonlijke Gezondheidscheck is aangesloten op het landelijke prikpostennetwerk van 25 huisartsenlaboratoria. Verder wordt er gebruik gemaakt van capillaire afname. Het standaard laboratoriumonderzoek, als onderdeel van de aanvullende module, kan op een gevalideerde wijze worden uitgevoerd met behulp van enkele druppels bloed. Voordeel van de capillaire afname is de minimale belasting van de deelnemer.
Op www.persoonlijkegezondheidscheck.nl kan iedereen een persoonlijke account aanmaken en praktisch advies ontvangen met betrekking tot cardiometabool risico, COPD en leefstijl. Uitbreiding met aanvullende modules kan zelf worden gedaan tegen betaling. Ook kan door middel van de Gezondbon gedeeltelijk de gezondheidscheck vergoed worden door onder andere gemeenten, verzekeraars, werkgevers en consumentenacties. Het streven is de basis van de Persoonlijke Gezondheidscheck kosteloos aan te bieden aan alle Nederlanders vanaf 18 jaar.
De Gezondbon geeft – op indicatie of indien gewenst – toegang tot aanvullend laboratoriumonderzoek,biometrieën en de modules werk en mentaal welzijn.De Gezondbon is verkrijgbaar via www.persoonlijkegezondheidscheck.nl. De Gezondbon kan worden verstrekt door werkgevers, zorgverzekeraars of gemeenten.
De online vragenlijsten zijn gericht op het bepalen van risicofactoren bij volwassenen vanaf 18 jaar.
Een medisch-wetenschappelijke adviesraad met experts op de diverse aandachtsgebieden heeft de inhoud van de Persoonlijke Gezondheidscheck mede bepaalt. De via het instrument verzamelde gegevens worden gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek, richtlijnontwikkeling en kwaliteitsverbetering. Een ‘Kwaliteitsraad’, bestaande uit vertegenwoordigers van de deelnemende beroepsorganisaties en gezondheidsfondsen, bewaakt de kwaliteit van de Persoonlijke Gezondheidscheck.
Actuele kennis en richtlijnen op het gebied van preventie en de vroege signalering van gezondheidsproblemen vormen de basis van de Persoonlijke Gezondheidscheck. Wie de vragenlijsten op de website invult, krijgt adviezen voor een gezonde leefstijl. Deze adviezen zijn op maat gesneden aan de hand van het risicoprofiel en de persoonlijke kenmerken en motivatie. De teksten zijn op VMBO-begripsniveau geschreven.
De Persoonlijke Gezondheidscheck is een doorontwikkeling van het PreventieConsult, waarbij rekening is gehouden met de huidige financieringsstructuur voor de eerste lijn. Omdat de Persoonlijke Gezondheidscheck zich richt op het snijvlak van public health en de huisartsenpraktijk, worden ook mensen met licht tot matig verhoogde gezondheidsrisico’s gestimuleerd om voor een gezondere leefstijl te kiezen. Dit sluit aan bij de visie van het kabinet om meer nadruk te leggen op ‘eigen verantwoordelijkheid’ en om de financiering van selectieve preventie buiten de basisverzekering en het eerstelijnszorgbudget te houden (nuldelijnsdiagnostiek).
Op basis van ervaringen met het PreventieConsult en het PreventieKompas, krijgt ongeveer 10 procent van de deelnemers een indicatie voor follow-up met betrekking tot (ketenzorg) CVRM, COPD, diabetes en/of psychische aandoeningen. Uiteraard kunt u als huisarts altijd bepalen of de persoon volgens uw professionele inzicht een indicatie heeft voor aanvullend onderzoek.
Bepaling van het cardiovasculair risico via laboratoriumonderzoek en biometrieën valt niet onder de basisverzekering. Dit deel van de Persoonlijke Gezondheidscheck moet dus betaald worden, bijvoorbeeld met de Gezondbon. Deze kan worden aangeboden door de werkgever, de gemeente of de zorgverzekeraar (bij een aanvullende verzekering); is hiervan geen sprake dan moet iemand hiervoor zelf betalen. Op www.persoonlijkegezondheidscheck.nl is te zien welke werkgevers, verzekeraars en gemeenten de Gezondbon al aanbieden. Uiteraard kan de huisarts altijd bepalen of iemand een indicatie heeft voor aanvullend onderzoek; dan valt het onderzoek alsnog onder de basisverzekering maar gaat dit wel ten koste van het eigen risico van de patiënt.
De Persoonlijke Gezondheidscheck behoort tot de ‘selectieve preventie’ en valt daardoor niet onder de Zorgverzekeringswet en het eerstelijnszorgbudget.
Scholing / EKC
De verantwoordelijkheden van de EKC zijn:
- Het bevorderen van het kwaliteitsbeleid binnen de eigen groep.
- Het coördineren en bewaken van de voortgang van de kwaliteitsverbeterende activiteiten in de groep.
- Het bijhouden van eigen kennis en vaardigheden door middel van EKC-nascholingen.
- Ingeschreven staan in het CHBB-register.
De EKC heeft als taken:
- Het initiëren en coördineren van de nascholing binnen hagro’s of andere samenwerkingsverbanden.
- Het samen met de toetsgroep opzetten van een jaarplan.
- Het samen met de toetsgroep opzetten van kwaliteitsverbeteringsplannen.
- Het bewaken van de kwaliteit van de nascholing in de huisartsengroep.
- Het registreren van nascholing in GAIA.
- Het verslagleggen over inhoud en afspraken aan de PAM.
- Het adviseren van huisartsen die deelnemen aan de toetsgroep over praktijkaccreditering.
- Het intermediair zijn tussen de groep en IA-instelling.
- Het archiveren van verslagen en aanwezigheidslijsten.
Een toetsgroep voldoet aan de volgende criteria:
- Het is een vaste groep met een gemeenschappelijk doel en een jaarplan.
- De groep heeft minimaal drie huisarts-groepsleden.
- Tussentijdse wisseling is mogelijk.
- Er is minimaal één EKC per groep.
- Er zijn twee of meer samenkomsten per jaar.
- De randvoorwaarden voor het functioneren van de EKC vallen onder de verantwoordelijkheid van de groep.
De inhoud van de bijeenkomsten voldoet aan de volgende criteria:
- Programma ‘van, voor en door’ huisartsen.
- Het zichtbaar maken van de ‘interdokter-variatie’.
- Verslaglegging van inhoud en afspraken.
- Getekende aanwezigheidslijst.
- Alleen het reële aantal cursusuren telt.
- De EKC is verantwoordelijk voor de kwaliteitsbewaking.
- Inhoudelijke beoordeling door de PAM.
U kunt EKC worden door het volgen van een EKC-basisopleiding. Dit is een 2 daagse opleiding over de taak van de EKC, onderwijsvormen, omgaan met groepen en implementatiemethoden. Deze opleiding wordt aangeboden door de LHV - Academie.
Registratie als EKC geschiedt door het College Huisartsen met Bijzondere Bekwaamheden. Registratie kan via hun site: www.chbb.nl. Herregistratie is elke 5 jaar. Je wordt dan geacht voldoende je functie als EKC te hebben uitgeoefend en voldoende EKC-nascholingen te hebben gevolgd.
Om de accrediteringspunten voor uw toetsgroepnascholing geregistreerd te krijgen, dient u deze scholing in te voeren in het GAIA-systeem. Een uitleg en uitgebreide handleiding vindt u op http://knmg.artsennet.nl/Opleiding-en-herregistratie/GAIA-accreditatie/Aanbieders-nascholing.htm.
De PAM is de perifere accreditatie medewerker die plannen en verslagen van de EKC'en en hun toetsgroepen beoordeelt en de EKC'en coacht. Een overzicht van de PAM'men vindt u hier.
De nieuwsbrieven en andere informatie en discussies kunt u vinden op de EKC-groep op HaWeb. Hier kunt u lid van worden via www.haweb.nl.
Staat uw vraag hier niet bij dan willen wij u uiteraard graag verder helpen. U kunt dan een mail richten aan scholing@nhg.org.